Gratis verzending in Nederland & België vanaf €30
Vandaag besteld, Morgen in huis
Klanten beoordelen ons met 4.90 / 5.00

in welk vakje van de wasmachine moet waspoeder

Een van de meest gestelde vragen bij het draaien van een wasje is: “In welk vakje van de wasmachine moet het waspoeder eigenlijk?” Met zoveel verschillende symbolen en vakjes in het zeepbakje, is het niet gek dat hier verwarring over ontstaat. Het correct doseren en plaatsen van waspoeder is belangrijk voor een schone was én om je wasmachine goed te laten functioneren. In dit artikel leggen we precies uit waar je het waspoeder in het wasmiddelbakje doet, bespreken we de verschillen tussen de vakjes en geven we tips om het meeste uit je wasmiddel te halen. Zo maak jij straks met een gerust hart de juiste keuze wanneer je een nieuw waspoeder wilt kopen!

Waspoeder in de wasmachine: welk vakje gebruik je?

Bij de meeste wasmachines vind je drie verschillende vakjes in het wasmiddelbakje. Elk vakje is bedoeld voor een specifieke soort wasmiddel of toevoeging. Het is belangrijk om goed te kijken naar de symbolen of cijfers bij elk vakje, zodat je het juiste type wasmiddel toevoegt op het juiste moment van het wasprogramma. Zo voorkom je niet alleen een minder schone was, maar ook verstoppingen of onnodige slijtage van je wasmachine.

Het vakje dat je gebruikt voor waspoeder is bijna altijd aangeduid met ‘II’ of ‘2’. Dit vakje is het hoofdwasmiddelvakje en hier hoort het meeste type waspoeder thuis, dus voor zowel witte als gekleurde was. Door het waspoeder in dit vakje te doen, wordt het automatisch op het juiste moment tijdens het wasprogramma toegevoegd, waardoor het optimaal zijn werk kan doen.

Naast het vakje voor hoofdwasmiddel zijn er nog andere vakjes, zoals het vakje voor voorwas (meestal gemarkeerd met ‘I’ of ‘1’), dat alleen gebruikt wordt voor sterk vervuilde was of speciale wasprogramma’s met een voorwasfase. Gooi je per ongeluk waspoeder in het verkeerde vakje, dan kan het zijn dat je was niet goed schoon wordt of dat het wasmiddel niet volledig oplost. Kijk daarom altijd goed naar de symbolen op je wasmiddellade voordat je begint!

Verschillen tussen hoofdwasmiddel, voorwas en wasverzachter

Het hoofdwasmiddelvakje (‘II’ of ‘2’) is bedoeld voor het grootste deel van je wasmiddelgebruik. Hier voeg je dus het gewone waspoeder toe voor normale of vuile was. Dit vakje is speciaal ontworpen om het wasmiddel tijdens de hoofdwasfase toe te voegen, wanneer de wasmachine het meeste vuil uit je kleding verwijdert. Dit is met name belangrijk als je kiest voor krachtige waspoeders die grondig reinigen.

Het vakje voorwas (‘I’ of ‘1’) is er voor extra vervuilde was of als je een voorwasprogramma gebruikt. Hier voeg je een kleinere hoeveelheid waspoeder toe, zodat het wasmiddel direct aan het begin van het programma al aan het werk kan. Dit is bijvoorbeeld handig voor kleding met hardnekkige vlekken of sportkleding die extra fris mag worden.

Het derde vakje, meestal gemarkeerd met een bloemetje of sterretje, is voor de wasverzachter. Hier doe je uitsluitend vloeibare wasverzachter in, nooit waspoeder! Wasverzachter wordt pas aan het einde van het wasproces toegevoegd, zodat je kleding heerlijk zacht en fris uit de trommel komt. Gebruik je het verkeerde vakje voor je wasmiddel, dan kan dat leiden tot resten op je kleding of zelfs schade aan je wasmachine.

Het correct gebruiken van het juiste vakje voor waspoeder is essentieel voor een schone, frisse was en een goed werkende wasmachine. Door goed te letten op de symbolen op het wasmiddelbakje weet je zeker dat je waspoeder tijdens de hoofdwasfase wordt toegevoegd en optimaal reinigt. Overweeg daarom om je volgende aankoop waspoeder goed af te stemmen op jouw wasroutine en type wasmachine. Zo haal je het meeste uit iedere wasbeurt én blijft je kleding langer mooi. Wil je graag het beste waspoeder proberen? Bekijk dan ons uitgebreide assortiment en maak een weloverwogen keuze voor jouw huishouden!

Winkelwagen

0
image/svg+xml

No products in the cart.

Verder winkelen